Begrijpend lezen: de drie pijlers

De belangrijkste focus van begrijpend lezen zou moeten liggen op het verwerven van kennis en het uitbreiden van de woordenschat (Förrer & Van de Mortel, 2014). Daarmee kan gestuurd worden aan het eigen leesproces.

Hoe meer kinderen weten over de wereld om hen heen en hoe meer ze openstaan voor taal, hoe groter hun woordenschat, hoe makkelijker het voor deze kinderen zal zijn om teksten te begrijpen. De school moet daarin faciliteren door het aanleren van de juiste strategieën.

Denkproces

Lezen met begrip is iets anders dan technisch lezen. Het is een denkproces. Lezen met begrip steunt op twee pijlers: het kind moet beschikken over kennis en woordenschat en de lezer moet zelf sturing kunnen geven aan het leesproces.

 

Wat is begrijpend lezen?

Kort en bondig samengevat, misschien ook wel een inkoppertje, is begrijpend lezen het vermogen om geschreven teksten te begrijpen. Anders gezegd, kinderen kunnen deze teksten lezen met begrip en snappen ook daadwerkelijk welke informatie er in de tekst terug te vinden is.

Begrijpend lezen is een doelgericht denkproces. In dat denkproces spelen drie elementen een belangrijke rol: de lezer, de tekst en het doel waarmee de lezer de tekst leest (dus niet het tekstdoel!). De lezer geeft al lezend betekenis aan de woorden, de zinnen en de tekst als geheel.

Dit wordt construeren van betekenis genoemd. De lezer denkt na over watr er in de tekst staat, wat de schrijver met de tekst wil bereiken en wat de tekst voor de lezer zelf betekent. Dit betekenisgevende proces is in feite waar begrijpend lezen om gaat.

 

Leesdoelen

Bij begrijpend lezen spelen de lezer en de tekst een belangrijke rol. De lezer leest de tekst met een bepaalde reden of verwachting en de tekst is er om die verwachting al dan niet waar te maken.

Ook belangrijk is het leesdoel. Leesdoelen zijn de primaire redenen waarom een lezer een tekst pakt en gaat lezen. Leesdoelen kunnen heel verschillend zijn. De ene keer zal de lezer als doel hebben om vermaakt te worden, de andere keer wil de lezer informatie verzamelen voor een te maken werkstuk. Die leesdoelen zijn totaal verschillend en zorgen dan ook dat het proces van begrijpend lezen anders verloopt.

 

Begrijpend lezen: de lezer

De lezer heeft kenmerken die van invloed zijn op begrijpend lezen. Om te beginnen is er de kennis die de lezer al heeft. Die bepaalt wat hij met nieuwe informatie doet en in welk verband hij een tekst ziet. Hoe meer kennis de lezer heeft, hoe makkelijker hij een tekst eigen zal maken. Moeilijke woorden worden snel verkend en geplaatst in de juiste context. Woordenschat is hierbij dus ook een essentieel middel!

Weet de lezer een onderwerp? Dan zal hij moeilijke woorden snel kunnen ophangen aan de context en die woorden vanaf dat moment ook kennen. Dit is een strategie die op veel scholen wordt aangeleerd, maar die eigenlijk geheel automatisch zou moeten zijn.

De lezer kan een grote algemene ontwikkeling hebben, bijvoorbeeld door een brede interesse of het bijhouden van de actualiteiten (al dan niet in schrift). Dit helpt ontzettend om beter te worden in begrijpend lezen.

Leerlingen op school verschillen van elkaar. De leerling die een brede algemene kennis heeft zit naast een kind dat dit allemaal geen bal interesseert. Die twee krijgen samen dezelfde les begrijpend lezen en het is heel belangrijk als leerkracht oog voor beide leerlingen te hebben. Belangrijk, maar ook complex. Zeker wanneer begrijpend lezen in de bovenbouw een belangrijkere plek gaat krijgen, moeten leerkrachten zich hier helemaal van bewust zijn (Bunk, 2023).

Kort samengevat speelt lezen een belangrijke rol bij begrijpend lezen. Hoe meer leeservaring een leerling heeft, hoe beter het begrijpend lezen naar een volgend leven kan tillen.

 

Begrijpend lezen: de tekst

Lezers krijgen in hun leven te maken met een verscheidenheid aan teksten. Een volwassene kan in een week tijd heel wat teksten onder ogen krijgen. Denk maar eens aan het volgende:

Het houdt dus niet op. En elke tekst heeft een eigen doel. Kinderen moeten dat op school ook leren. Als je lekker wilt ontspannen, ga je niet met de bijsluiter van je medicijn op de bank zitten. Wel pak je een tijdschrift, roman of misschien wel een reisgids. Studeren doe je dan weer aan de hand van studieteksten en niet met notulen of (de meeste) internetteksten.

Kinderen leren onderscheid maken in teksten en moeten ook zien waarin een tekst verschilt. Wat voor boodschap geeft de ene tekst en wat ervaar je bij een andere tekst? Wat is de stijl van de tekst en wat is het doel van de schrijver?

Tekstkenmerken zijn een vast onderdeel van begrijpend lezen (Fisher et al, 2009) en in de loop van hun leven leren kinderen zelf wel herkennen welke teksten bij hun passen en welke niet.

 

Begrijpend lezen: het leesdoel

Tot slot is er het leesdoel. Dit is belangrijk bij begrijpend lezen, want je leest doorgaans een tekst met een bepaald doel. Een roman of thriller lees je voor je vermaak, een studieboek omdat je een opleiding doet en een handleiding omdat je een apparaat wil installeren.

Het doel van het lezen heeft invloed op de wijze waarop kinderen lezen. Soms sla je delen van een roman over, zonder het verhaal kwijt te raken. Doe je dit bij een recept, dan kan het tot een heel andere creatie leiden.

Tekstbegrip houdt in dat je van tevoren weet waarom je een tekst gaat lezen, wat is je doel en wat hoop je met de tekst te bereiken. Doelen stellen bij het lezen helpt effectief leren (Marzano et al, 2008). Belangrijke vragen die je kan stellen zijn:

-          Waarom lees ik dit?

-          Wat wil ik kennen/ kunnen door het lezen van deze tekst?

-          Wat ga ik na afloop van het lezen met deze tekst doen?

Begrijpend lezen houdt niet op na het lezen van de tekst (Brasell & Ransinsky, 2008). Dan wordt namelijk pas duidelijk dat de lezer de tekst heeft begrepen, door wat hij ermee gaat doen.

 

Conclusie

Begrijpend lezen is een uiterst complex en belangrijk vak dat kinderen op de basisschool leren na het technisch lezen. Om succesvol te worden in begrijpend lezen moeten kinderen zich bewust zijn van drie elementen: hun rol als lezer, de tekst die ze lezen en het doel dat ze met het lezen nastreven.

Door deze elementen tijdig aan kinderen te leren, wordt bijdragen aan de effectiviteit van het verdere leren en studeren (Marzano et al, 2008) en kunnen kinderen begrijpend lezen toepassen in hun eigen praktijk (Brasell & Ransinsky, 2008).

Kader

Bronnen

Brasell, D. & Ransinsky, T. (2008) Comprehension that Works. Huntington beach: Shell Education

Bunk, K. (2023). Begrijpend lezen in de bovenbouw. Geraadpleegd op 9 februari 2023 via https://www.keesbunk.nl/begrijpend-lezen-in-de-bovenbouw/

Fisher, F., Frey, N. & Lapp, D. (2009). In a reading state of mind. Brain research, teacher modeling, and comprehension instruction. Newark: International Reading Association.

Förrer M. & Mortel, K. van de (2014). Lezen… denken… begrijpen! Handboek begrijpend lezen in het basisonderwijs. Amersfoort: CPS.

Marzano, R.J., Pickering, D.J. & Pollock, J.E. (2008). Wat werkt in de klas. Middelburg: Bazalt.